Optie | Tot |
---|---|
Taal op display
| De taal van de tekst op de printerdisplay selecteren. Opmerking: niet alle talen zijn beschikbaar voor alle printers en mogelijk moet u speciale hardware installeren om dergelijke talen weer te geven. |
Ecomodus
| Gebruik van energie, papier of speciaal afdrukmateriaal minimaliseren. Opmerkingen:
|
Stille modus
| De hoeveelheid geluid reduceren die de printer produceert. Opmerkingen:
|
Initiële set-up uitvoeren
| Geeft de printer instructie de installatiewizard uit te voeren. Opmerking: Ja is de standaardinstelling. Nadat de installatiewizard is uitgevoerd, wordt de standaardwaarde Nee. |
Toetsenbord
| Een taal en informatie voor de aangepaste toets opgeven voor het toetsenbord van de printer. De overige tabbladen geven toegang tot de accenttekens en symbolen vanaf het toetsenbord. |
Papierformaten
| Hiermee wordt de standaardmaateenheid voor papier opgegeven. Opmerkingen:
|
Weergegeven informatie
| Opgeven wat in de linker- en rechterbovenhoek van het startscherm wordt weergegeven. Kies uit de volgende opties voor de menu's aan linker- en rechterzijde:
Opmerkingen:
|
Weergegeven informatie (vervolg)
| Hiermee kunt u de weergegeven informatie voor zwarte toner aanpassen. Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Opmerkingen:
|
Weergegeven informatie (vervolg)
| Hiermee wordt de weergegeven informatie voor Toneroverloopfles, Papier vast, Plaats papier en Servicefouten aangepast. Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Opmerkingen:
|
Beginscherm aanpassen
| Hiermee worden de pictogrammen en knoppen gewijzigd die worden weergegeven op het bedieningspaneel. Selecteer een van de volgende opties voor de afzonderlijke pictogrammen of knoppen:
Opmerkingen:
|
Datumindeling
| Hiermee stelt u de notatie van de printerdatum in. Opmerkingen:
|
Tijdsindeling
| Hiermee stelt u de notatie van de printertijd in. Opmerking: 12-uurs klok is de standaardinstelling. |
Helderheid van scherm
| Hiermee wordt de helderheid op het scherm van het bedieningspaneel aangegeven. Opmerking: 100 is de standaardinstelling. |
Audiofeedback
| Het geluidsvolume voor de knoppen instellen. Opmerkingen:
|
Bladwijzers weergeven
| Instellen bladwijzers worden weergegeven in het gedeelte met wachttaken. Opmerking: Ja is de standaardinstelling. |
Vernieuwingsfrequentie webpagina
| Het aantal seconden instellen voordat de Embedded Web Server wordt vernieuwd. Opmerking: 120 is de standaardinstelling. |
Contactpersoon | Geef een contactpersoon op voor de printer. Opmerking: De naam van de contactpersoon wordt opgeslagen op de Embedded Web Server. |
Locatie | De locatie van de printer opgeven. Opmerking: De locatie wordt opgeslagen op de Embedded Web Server. |
Alarmen
| Hiermee stelt u een alarmsignaal in dat wordt afgespeeld wanneer de gebruiker moet ingrijpen. Selecteer een van de volgende opties voor de afzonderlijke alarmen:
Opmerkingen:
|
Time-outs
| Instellen na hoeveel minuten inactiviteit de printer overschakelt op de stand-bymodus. Opmerking: 15 is de standaardinstelling. |
Time-outs
| Hiermee wordt ingesteld na hoeveel minuten de spaarstand wordt ingeschakeld nadat een afdruktaak is afgedrukt. Opmerkingen:
|
Time-outs
| Hiermee wordt afdrukken toegestaan wanneer de display is uitgeschakeld. Opmerking: Afdrukken toestaan wanneer de display uit is, is de standaardinstelling. |
Time-outs
| Hiermee wordt ingesteld na hoeveel tijd de printer overschakelt naar de sluimerstand. Opmerking: 3 dagen is de standaardinstelling. |
Time-outs
| Hiermee wordt de printer ook ingesteld op Sluimerstand time-out als er een actieve Ethernet-verbinding is. Opmerking: US is de standaardinstelling. |
Time-outs
| Hiermee wordt ingesteld na hoeveel seconden de printer terugkeert naar de werkstand Gereed. Opmerking: 30 sec. is de standaardinstelling. |
Time-outs
| Hier wordt de printer ingesteld om door te gaan met de gespecificeerde taak zonder terug te keren naar het startscherm als de timer voor de scherm time-out verstrijkt. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Time-outs
| Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht om een melding voor einde taak te ontvangen voordat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen:
|
Time-outs
| Instellen hoeveel seconden de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen:
|
Time-outs
| Instellen hoelang de printer op een handeling van de gebruiker wacht voordat de taken die niet-beschikbare bronnen vereisen in de wacht worden gezet en de andere taken in de afdrukwachtrij worden verwerkt. Opmerkingen:
|
Error Recovery
| Stel de printer in om opnieuw op te starten als er een fout optreedt. Opmerking: Altijd opnieuw opstarten is de standaardinstelling. |
Error Recovery
| Het aantal keren automatisch opnieuw opstarten instellen dat de printer kan uitvoeren. Opmerking: "2" is de standaardinstelling. |
Afdrukherstel
| De printer opdracht geven om automatisch door te gaan als bepaalde offline situaties niet binnen de opgegeven periode zijn opgelost. Opmerking: Disabled (Uitgeschakeld) is de standaardinstelling. |
Afdrukherstel
| Opgeven of de printer vastgelopen pagina's opnieuw moet afdrukken. Opmerkingen:
|
Afdrukherstel
| Instellen dat de printer automatisch controleert of er papier vastzit. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Afdrukherstel
| Instellen dat ede printer een pagina afdrukt die anders mogelijk niet zou worden afgedrukt. Opmerkingen:
|
Druk op slaapknop
| Hiermee wordt bepaald hoe de printer reageert als op de slaapknop wordt gedrukt terwijl de printer niet wordt gebruikt. Opmerkingen:
|
Slaapknop ingedrukt houden
| Hiermee wordt bepaald hoe de printer reageert als er minimaal 3 seconden op de slaapknop wordt gedrukt terwijl de printer niet wordt gebruikt. Opmerkingen:
|
Standaardfabrieksinstellingen
| De printerinstellingen terugzetten naar de standaardinstellingen. Opmerkingen:
|
Configuratiepakket exporteren
| Het printerconfiguratiebestand exporteren naar een flashstation. |
Optie | Functie |
---|---|
Exemplaren
| Een standaardaantal exemplaren opgeven voor elke afdruktaak. Opmerking: 1 is de standaardinstelling. |
Papierbron
| Een standaardpapierbron instellen voor alle afdruktaken. Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. |
Sorteren
| De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerking: “(1,2,3) (1,2,3)” is de standaardinstelling. |
Zijden (duplex)
| Bepalen of op één zijde of beide zijden van de pagina wordt afgedrukt. Opmerking: 1-zijdig is de standaardinstelling. |
Nieten
| Geef op of afdrukken moeten worden geniet. Opmerkingen:
|
Perforeren
| Geef op of afdrukken gaten hebben voor inbinden. Opmerkingen:
|
Perforatiemodus
| Geef het aantal gaten op dat in de afdrukken moet worden gemaakt. Opmerkingen:
|
Dubbelzijdig inbinden
| Stel in hoe dubbelzijdig bedrukte pagina's worden ingebonden en afgedrukt. Opmerkingen:
|
Stand papierbesparing
| Afdrukstand instellen van een document met meerdere pagina's. Opmerkingen:
|
Papierbesparing
| Instellen dat meerdere paginabeelden moeten worden afgedrukt op één zijde van een vel papier. Opmerkingen:
|
Rand papierbesparing
| Op elke pagina een rand afdrukken wanneer u N per vel (pagina's per kant) gebruikt. Opmerkingen:
|
Indeling papierbesparing
| Geef de positionering op van afbeeldingen op meerdere pagina's wanneer u N per vel (pagina's per kant) gebruikt. Opmerkingen:
|
Scheidingsvellen
| Stel in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen:
|
Bron scheidingsblad
| De papierbron voor het scheidingsvel opgeven. Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. |
Lege pagina's
| Stel in of er in een afdruktaak lege pagina's worden ingevoegd. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. |
Optie | Tot |
---|---|
Printertaal
| De standaardprintertaal instellen. Opmerkingen:
|
Taak in wachtrij
| Bepaal of afdruktaken uit de afdrukwachtrij worden verwijderd als hiervoor niet-beschikbare printeropties of aangepaste instellingen vereist zijn. Deze afdruktaken worden in een aparte afdrukwachtrij opgeslagen, zodat andere afdruktaken normaal kunnen worden afgedrukt. Wanneer de ontbrekende gegevens of opties, of beide beschikbaar zijn, worden de opgeslagen taken afgedrukt. Opmerkingen:
|
Afdrukgebied
| Het logische en fysieke afdrukbare gebied instellen. Opmerkingen:
|
Downloadbestemming
| De opslaglocatie voor downloads instellen. Opmerkingen:
|
Bronnen opslaan
| Geef op wat de printer moet doen met tijdelijke downloads, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in het RAM-geheugen, wanneer de printer een afdruktaak krijgt waarvoor meer geheugen vereist is dan er beschikbaar is. Opmerkingen:
|
Volgorde voor alles afdrukken
| Geef de volgorde op waarin vastgehouden en vertrouwelijke taken worden afgedrukt wanneer Alles afdrukken wordt geselecteerd. Opmerking: Alfabetisch is de standaardinstelling |
Optie | Tot |
---|---|
Zijden (duplex)
| Instellen of dubbelzijdig afdrukken standaard wordt gebruikt voor alle afdruktaken. Opmerkingen:
|
Dubbelzijdig inbinden
| Instellen hoe dubbelzijdig bedrukte pagina's worden ingebonden en afgedrukt. Opmerkingen:
|
Exemplaren
| Een standaardaantal exemplaren opgeven voor elke afdruktaak. Opmerking: 1 is de standaardinstelling. |
Lege pagina's
| Instellen of er lege pagina's in een afdruktaak worden ingevoegd. Opmerking: Do Not Print (Niet afdrukken) is de standaardinstelling. |
Sorteren
| De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerking: (1,1,1) (2,2,2) is de standaardinstelling. |
Scheidingsvellen
| Instellen of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen:
|
Scheidingsbron
| De papierbron voor het scheidingsvel opgeven. Opmerkingen:
|
Papierbesparing
| Hiermee drukt u afbeeldingen van meerdere pagina’s af op één zijde van het papier. Opmerkingen:
|
Indeling papierbesparing
| Geef de positionering op van afbeeldingen van meerdere pagina's wanneer u Papierbesparing gebruikt. Opmerkingen:
|
Stand papierbesparing
| Afdrukstand instellen van een document met meerdere pagina's. Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling. De printer kiest tussen de afdrukstanden Staand en Liggend. |
Rand papierbesparing
| Hiermee drukt u een rand af wanneer u Papierbesparing gebruikt. Opmerking: Geen is de standaardinstelling. |
Taak nieten
| Geef op of afdrukken worden geniet. Opmerkingen:
|
Niettest uitvoeren | Een rapport afdrukken waarmee wordt gecontroleerd of de nietfinisher correct werkt. Opmerking: Dit menu verschijnt alleen als er een ondersteunde nietfinisher geïnstalleerd is. |
Perforeren
| Instellen of er in afdrukken gaten worden gemaakt om de vellen te verzamelen in een bind- of vouwmachine. Opmerkingen:
|
Perforatiemodus
| Geef het aantal gaten op dat in afdrukken wordt gemaakt om de vellen te verzamelen in een bind- of vouwmachine. Opmerking: Dit menu verschijnt alleen als er een ondersteunde niet- of perforatiefinisher geïnstalleerd is. |
Verschuiving voor pagina's
| Pagina's worden op een bepaalde plek verschoven. Opmerkingen:
|
Optie | Tot |
---|---|
Afdrukresolutie
| Geef de kwaliteit van de scan op in dpi (dots per inch). Opmerking: 600 dpi is de standaardinstelling. |
Pixelversterking
| Hiermee worden meer pixels mogelijk om af te drukken in clusters voor een betere helderheid, om afbeeldingen horizontaal of verticaal te verbeteren of om lettertypen te verbeteren. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Tonerintensiteit
| Afdrukken lichter of donkerder maken. Opmerkingen:
|
Dunne lijnen verbeteren
| Een afdrukmodus inschakelen die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen:
|
Grijscorrectie
| Automatisch de contrastverbetering aanpassen die is toegepast op de afgedrukte beelden. Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling. |
Helderheid
| Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. U kunt toner besparen door lichtere afdrukken te maken. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Contrast
| Hiermee past u het contrast van de afgedrukte objecten aan. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een flashgeheugenkaart of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. |
Optie | Tot |
---|---|
Logbestand voor taakadministratie
| Instellen of de printer een logbestand maakt voor de ontvangen afdruktaken. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Hulpprogramma's voor taakadministratie | Logbestanden afdrukken en verwijderen of exporteren naar een flashstation. |
Frequentie administratielogbestand
| Instellen hoe vaak een logbestand wordt gemaakt. Opmerking: Maandelijks is de standaardinstelling. |
Actie logbestand bij einde van frequentie
| Instellen hoe de printer reageert aan het einde van de opgegeven frequentie. Opmerking: Geen is de standaardinstelling. |
Log niveau bijna vol
| Opgeven hoe groot het logbestand maximaal kan zijn voordat de handeling bij Actielog bij bijna vol wordt uitgevoerd. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. |
Actielog bij bijna vol
| Bepalen en instellen hoe de printer reageert als de vaste schijf van de printer bijna vol is. Opmerkingen:
|
Actielog bij vol
| Instellen hoe de printer reageert als het maximale schijfgebruik (100 MB) is bereikt. Opmerking: Geen is de standaardinstelling. |
URL voor plaatsen logbestanden | Instellen waar de logbestanden worden geplaatst door de printer. |
E-mailadres voor verzenden logbestanden | Geef het e-mailadres op waarnaar de logbestanden voor taakadministratie worden verzonden. |
Voorvoegsel logbestand | Het gewenste voorvoegsel voor de naam van het logbestand opgeven. Opmerking: Het huidige hostnaam die is opgegeven in het menu TCP/IP, wordt gebruikt als standaardvoorvoegsel voor het logbestand. |
Optie | Tot |
---|---|
Wachttaken verwijd.
| Vertrouwelijke taken en wachttaken verwijderen van de vaste schijf van de printer. Opmerkingen:
|
Flashgeheugen formatteren
| Formatteer het flashgeheugen. Let op—Kans op beschadiging: Zet de printer niet uit als het flashgeheugen wordt geformatteerd. Opmerkingen:
|
Downloads op schijf verwijderen
| Downloads verwijderen van de vaste schijf van de printer, waaronder alle wachttaken, gebufferde taken en geparkeerde taken. Opmerkingen:
|
Hex Trace inschakelen | De oorzaak van een afdrukprobleem opsporen. Opmerkingen:
|
Dekkingsindicatie
| Een schatting geven van het dekkingspercentage voor toner op een pagina. De schatting wordt afgedrukt op een aparte pagina aan het einde van elke afdruktaak. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Optie | Functie |
---|---|
Foutpagina's afdrukken
| Een pagina afdrukken met informatie over fouten, waaronder XML-markupfouten. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. |
Optie | Functie |
---|---|
Passend
| Pagina-inhoud aanpassen aan het formaat van het geselecteerde papier. Opmerking: Nee is de standaardinstelling. |
Aantekeningen
| Aantekeningen in een PDF-bestand afdrukken. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. |
Optie | Tot |
---|---|
PS-fout afdrukken
| Een pagina afdrukken die de PostScript-fout bevat. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
PS-opstartmodus vergrendelen
| Het bestand SysStart uitschakelen. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Lettertypeprioriteit
| De volgorde instellen waarin de printer lettertypen zoekt. Opmerkingen:
|
Optie | Tot |
---|---|
Lettertypebron
| De lettertypeset instellen die wordt gebruikt in het menu Lettertypenaam. Opmerkingen:
|
Lettertypenaam
| Een specifiek lettertype en de optie waarin het is opgeslagen, weergeven. Opmerking: Courier 10 is de standaardinstelling. Met Courier 10 wordt de lettertypenaam, lettertype-ID en de opslaglocatie in de printer weergegeven. De afkorting van de naam van de lettertypebron is R voor Intern, F voor Flash, K voor Schijf en D voor Laadbaar. |
Symbolenset
| De symbolenset voor elke lettertypenaam weergeven. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| De puntgrootte wijzigen van schaalbare, typografische lettertypen. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| Lettertypepitch instellen voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| De afdrukstand instellen van tekst en afbeeldingen op de pagina. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| Het aantal regels opgeven dat op elke pagina wordt afgedrukt. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| De printer instellen op A4-papierformaat. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| Opgeven of de printer automatisch een harde return (CR) moet geven na de opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF). Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Instell. PCL-emulatie
| Aangeven of de printer automatisch een nieuwe regel (NR) uitvoert na een opdracht voor een harde return (HR). Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Lade-nr. wijzigen
| De printer zodanig configureren dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Opmerkingen:
|
Lade-nr. wijzigen
| De standaardinstelling weergeven voor elke invoerlade. |
Lade-nr. wijzigen
| Alle invoerlade-instellingen terugzetten naar de standaardinstelling. |
Optie | Tot | |
---|---|---|
Lettertypenaam
|
| Het standaardlettertype voor HTML-documenten instellen. Opmerking: Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten waarin geen lettertype wordt opgegeven. |
Optie | Tot |
---|---|
Tekengrootte
| De standaardlettergrootte voor HTML-documenten instellen. Opmerkingen:
|
Schalen
| Schaal aanpassen van het standaardlettertype voor HTML-documenten. Opmerkingen:
|
Afdrukstand
| De afdrukstand voor HTML-documenten instellen. Opmerking: "Staand" is de standaardinstelling. |
Margegrootte
| De paginamarge voor HTML-documenten instellen. Opmerkingen:
|
Achtergronden
| Instellen of achtergronden in HTML-documenten worden afgedrukt. Opmerking: "Afdrukken" is de standaardinstelling. |
Optie | Functie |
---|---|
Autom. aanpassen.
| Optimale waarden selecteren voor papierformaat, schaal en afdrukstand. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Deze instelling zorgt ervoor dat de instellingen voor schaling en afdrukstand voor sommige afbeeldingen worden genegeerd. |
Omkeren
| Tweekleurige zwart-witafbeeldingen omkeren. Opmerkingen:
|
Vergroten/verkleinen
| De afbeeldingsgrootte aanpassen zodat deze op het geselecteerde papierformaat past. Opmerkingen:
|
Afdrukstand
| Afdrukstand van de afbeelding instellen. Opmerking: Staand is de standaardinstelling. |